9 april 2017 Wandeling langs de Oude Maas tussen Kuipersveer en Heinenoord
Het belooft een zon overgoten zondag te worden met temperaturen boven de 20 °C. De hoogste tijd om er op uit te trekken. De laatste keer is alweer een tijdje geleden. De ijspegels van toen zijn intussen wel gesmolten. De bedoeling is om te gaan wandelen tussen Kuipersveer en Heinenoord en dan zo dicht mogelijk langs de Oude Maas. Ik ga eerst m’n fiets met auto wegbrengen in Heinenoord. Zo kan ik straks, als ik uit gewandeld ben, met de fiets terug naar Kuipersveer. Ruim voor zonsopgang vertrek ik en zie de bijna volle maan net vuurrood onder gaan. Over de velden hangt zo nu en dan een deken van mist. De dag kan niet beter beginnen. Net voor zonsopgang ben ik bij Kuipersveer en kan de wandeling bij het gebied van de Schotse Hooglanders beginnen.
De Schotse hooglanders liggen nog lekker op één oor als ik langs ze kom. Ze kijken wel even op als ik langs ze kom, maar blijven wel liggen. Bij het water aangekomen zie ik zon opkomen. Ondanks dat het zondag is varen er heel wat schepen op de Oude Maas. In dit eerste stukje lopen ook heel wat ganzen en deze laten zich goed horen. Zeker een paartje Canadese ganzen gaan flink te keer. In het watertje met de dode wilgen zwemmen ook heel wat ganzen rond en ook deze laten zich allemaal horen. Wat me opvalt is dat de bomen en struiken, die langs de oever van de Oude Maas stonden, allemaal zijn gekapt. In het laatste watertje zwemt een paar ganzen met drie jongen tussen hen is. De Canadese ganzen zijn hier intussen ook geland en hebben zo te horen nog steeds ruzie.
Ik kom langs het haventje van Kuipersveer. Dit was vroeger een heel belangrijke plaats. Hier lag het veer naar Heerjansdam. Dit was de route om vanuit het zuiden naar het noorden te komen. Zelfs Mozart en Napoleon zijn hier overgestoken. Ik ga een stukje door de griend. En wat een rust hier nu ik de ganzen niet meer hoor. Dit is vanmorgen het gebied van de zangvogels, vooral de tjif tjaf laat zich duidelijk horen. Veel knotwilgen zijn geknot en in dit drassige gebied bloeien de gele dotters en paarse pinksterbloemen volop. Altijd loop ik de afslag voorbij, die me weer uit de griend brengt. Even een stukje terug dus en dan zie het smalle paadje toch liggen.
Weer uit de griend ga ik richting de Blankert. Ik loop langs de nieuw gegraven vliet en zie in de verte een vogel heel laag over het water scheren. Dat zou wel eens een ijsvogel geweest kunnen zijn, maar het is te ver om het zeker te weten. Ik passeer de brug en dan zie ik de ijsvogel wel goed en z’n prachtige turquoise kleur. Hij flits over het water zo het riet in. Een eindje verderop zwemt een eend, die me niet gelijk bekend voorkomt. Hij is vooral grijs, heeft een zwarte stuit waar een witte streep overheen loopt. Ik hou het op een krakeend.
Aangekomen bij de terp op de Blankert heb ik weids uitzicht naar alle kanten. In de verte zie ik boten aankomen en gaan over de Oude Maas. Langs het oude wilgenbosje zie ik nog nevels hangen en in de weilanden voor me zie ik ganzen zitten. Er staat hier ook een kersenboom volop in bloei. Ik loop verder en in de vliet zwemmen weer allerlei ganzen. Ze hebben er geen rust van dat ik hier loop en gaan met veel lawaai de lucht in. Een nijlganzenpaartje dat op de oever staat blijft het langste zitten, maar gaan uiteindelijk ook maar de lucht in. Ik kom langs een struik met prachtig bloeiende katjes in de kleuren groen, rood en zwart.
Na een tijdje kan ik weer een stukje door de grienden lopen. Hier staan wat hoge wilgen in en in het topje van één van die wilgen zit een zanglijster uit volle borst te zingen. Ook in dit stukje griend zijn veel wilgen geknot de laatste tijd. Als ik weer terug op het pad ben, ben ik al dicht bij de weg die vroeger naar de Barendrechtse Brug liep. Ik steek de weg over en kom in een ander stukje natuur terecht.
Over een soort bospaadje loop ik verder. Af en toe wordt het pad versperd door een omgevallen boom. Regelmatig kom ik een mooie bloeiende struik tegen en hier laten de zangvogels zich opnieuw massaal horen. Daar waar de begroeiing wat minder dicht is heb uitzicht op Barendrecht aan de overkant van de Oude Maas. Ik kom een beuk tegen met lange horizontale takken. De boom staat in bloei en het valt me op hoe mooi de bloeiwijze is. Op het einde van dit pad ben ik bij de Heinenoordtunnel. Hier pauzeer ik even en zie op het water twee eendjes, die steeds een tijdje onderduiken en duidelijk hele gele oogringen hebben en een grijze snavel. De ene heeft een wat groen glanzende kop, zwarte hals, dan een stuk wit en de achterkant weer zwart. De andere is overwegend bruin. Dat moet haast wel een topperpaartje zijn.
Na de Heinenoordtunnel ga ik het zogenaamde paddestoelbos in. Paddestoelen zie ik niet, maar wel weer een mooie bloeiende struik met witte bloemen. Heel de ochtend hangt er al een lekkere lucht. Vooral als ik langs een plek kom waar veel brandnetels staan ruikt het erg kruidig. Dit was me eerder nooit opgevallen. Ook het raapzaad ruikt apart, maar wel lekker. De vorige keer dat ik hier was raakte ik in dit bos m’n orientatiegevoel helemaal kwijt. Dit overkomt me nu niet. Ik weet nog waar ik de oversteek kan maken om weer uit dit bos te komen. Ik kom aan de achterkant van een stuk akker, dat we vroeger de Pit noemden.
Ik loop over een dijkje verder. Er staat hier veel groot hoefblad en daarop zitten veel insecten. Vooral kleine vossen zitten heerlijk te zonnen en ook een enkele dagpauwoog. Ook zitten er heel veel lieveherenbeestjes. Huisjesslakken kom ik ook regelmatig tegen. Aan het begin staan een aantal populieren. Ik vond de beuk al mooi bloeien, maar de populier overtreft de beuk ruimschoots. In lange slierten hangen de bloemen aan de bomen. Op het einde van dit dijkje kijk ik uit over de weidse grienden. Ook hier zijn heel veel wilgen geknot en al die wilgentenen liggen op een hele hoge hoop. Ik kom nu op het laatste stuk pad richting Heinenoord.
Maar aan dit pad ligt nog het Kees Leenheerpad en daar wil ik zeker ook nog gaan kijken. Het pad heeft wel een hele andere aanblik dan de vorige keren dat ik hier was. Andere keren was het een dicht begroeid griend. Nu niet; ook hier is geknot en flink ook. Het eerste stuk is helemaal kaal, wel staan er heel veel dotters te bloeien. Ik loop helemaal naar achteren en ga op het eind naar links. Hier is een stuk niet geknot. Tussen mij en de Oude Maas ligt nog een heel stuk riet. Ik had eigenlijk wel wat rietzangers verwacht te horen, maar het is stil in het riet. Wel zie ik een bruine kiekendief over het riet scheren. Voordat ik naar links ga, terug richting het pad naar Heinenoord, zie ik uit het riet een ree met een paar grote sprongen wegspringen. Net voordat ik de uitgang bereik, zie ik dat er over de laatste sloot geen brug is, maar een touw. Ik zal er toch overheen moeten, want anders moet ik heel dat stuk weer teruglopen. Door het touw goed vast te houden en mezelf een beetje optrek, blijf ik net niet in de blubber steken en bereik de overkant.
Het laatste stukje van de wandeling is begonnen. Op dit stuk pad heb ik weinig uitzicht. Links ligt een hoge dijk en rechts dichte begroeiing. Ik zie nog wel een gehakkelde aurelia en bij een klein inhammetje van de Oude Maas heb ik mooi uitzicht over de rivier. Op het eind van het pad ligt een haventje met wat boten erin. Hier hoor ik ook het geroffel van de grote bonte specht. M’n fiets staat er gelukkig nog en zo fiets ik over het fietspad terug richting Kuipersveer. Op het eerste stuk zie ik nog aardig wat schapen en lammetjes en ook wat schapen, die hun zondagse pak duidelijk nog niet aan hebben. Via het Jack Dawson Greenpad en de Buitengorzendijk kom ik weer aan bij Kuipersveer. Tot slot zie ik nog bermen vol met bloeiend raapzaad staan.
Klik op het logo hiernaast om te kijken waar ik was vanmorgen.
Klik op het logo hiernaast voor alle foto’s van vanmorgen.
Op de heenweg en de terugweg stond ik even stil bij het haventje van Kuipersveer. Het is nu moeilijk voor te stellen, dat dit ooit zo’n belangrijke plaats was. De componist Mozart is hier tweemaal overgestoken op weg naar een concert. Uit het klotsende water vanmorgen leek het wel of er een melodie opsteeg: