Vanmorgen ben ik wakker geworden net na zes uur. Als ik naar buiten kijk zie ik dat het mooi helder is. Er moet ergens in het oosten een klein maan sikkeltje staan. Ik zie hem niet gelijk. Een kwartiertje later zie ik het dunne maansikkeltje wel. Bij het strandje van Mijnsheerenland ga ik daar eens mooie foto’s van maken. De vogels zingen er intussen al lustig op los.
Het is echt zo’n ochtend om er op uit te trekken; helder, vogels fluiten, de eerste bomen staan in volle bloei en andere bomen laten hun frisse groene kleur zien. Vooral de treurwilgen zijn nu erg mooi.
Ik ga richting Puttershoek. Onderweg daarnaar toe zie ik de zon fel oranje opkomen. Als ik bij Puttershoek aankom ga ik eerst bij de Oude Maas kijken en zie de felle zon mooi boven het water staan. Boven het water hangen wat nevels.
Ik ga naar het Argusvlinderpad, dat begint tegenover molen de “De Lelie”.
Met een steile trap vanaf de dijk kom ik op het pad. Aan de rechterkant een brede vliet met uitgebloeide “sigaren” tussen het riet. Ook staan er een paar kleine eikenboompjes tussen het reit. In de boom zitten nog verschillende gallen. Ook staan er veel vlinderstruiken tussen het riet. Dit zeker om de Argusvlinder van de zomer naar dit pad te lokken.
Ik passeer een hek met de mooie tekst:
Ik verlaat
Lucht geur en geluid
Van mijn huis
En betreed
Gang en kamers
Van de seizoenen
Deze morgen valt er heel iets anders op langs dit pad. In het riet zitten veel vogeltjes. Eerst denk ik dat het karekieten zijn, maar dat zijn het niet, want die komen pas eind april terug. Met de verrekijker krijg ik ze goed in beeld en zie dat het de rietzanger is. Ze zingen zeer uitbundig met mooie trillers. Als ze zingen kijk ik zo in de binnenkant van hun bek en zie dat die fel oranje is. Overal waar ik langs kom zitten ze. Als ik er één gepasseerd ben hoor ik een eindje verder de volgende alweer vrolijk fluiten.
Links van me hoor ik opeens veel herrie. Een onbekend geluid zwelt steeds harder aan. En voor het eerst zie ik een trein door de Hoeksche Waard gaan. Als de trein voorbij is sterft het geluid langzaam weer weg.
In het gras staat regelmatig uitgebloeid klein hoefblad. Het lijkt wat op de pluizen bol van de paardebloem. Maar deze pluis van het klein hoefblad zit wat vaster op elkaar en laat ook niet zo gemakkelijk los.
Halverwege het pad kom ik bij een paar bruggetjes. Voorbij het eerste bruggetje splitst het pad. Naar rechts een ander bruggetje met een smal pad en naar links de weilanden in. Er is hier ook wat meer water en er lopen nu redelijk wat Canadese ganzen rond.
Ik vind het voor vandaag mooi geweest en loop het zelfde pad weer terug en passeer weer al die vrolijk fluitende rietzangers. Deze tijd van het jaar kan dit pad beter heten: Rietzangerpad.