Wie heeft het er niet over deze dagen: koud, veels te koud voor de tijd van het jaar.
Al een aantal weken hebben we ’s nachts flinke vorst en overdag komt de temperatuur
ook maar net boven nul uit. Dat is niet het enigste, er staat ook een fikse noord
oosten wind, die het nog allemaal veel kouder aan laat voelen. En op 5 en 6 maart
dachten we nog wel dat de lente aan ging breken met temperaturen rond de 15 °C, maar
een week later werd het op sommige plekken in Nederland -
Het voordeel op die hele koude dagen was wel dat het kraakhelder was en dat gaf weer gelegenheid om de komeet Panstarrs te zoeken en na enig speurwerk lukte dat nog ook.
Maar nu is april dus aangebroken en is het nog steeds koud. Ik heb wel zin om er op uit te trekken en de keuze valt op het Zuiddiepbos. In 2010 was ik hier in juni. Ik vind het leuk om dan een plek in een ander jaargetijde nog eens te gaan bekijken. Ik begin de wandeling tegenover het ’t Hoofd van Benthuizen. Bij molen De Lelie, die er nog koud bijstaat, ga ik linksaf het fietspad op. Links van mij is het Lorregat, dat vol ligt met plezierbootjes en rechtsonder aan de dijk liggen de volkstuintjes. De meesten liggen er nog troosteloos bij. Slechts één tuintje is netjes gespit en ligt klaar om te gaan zaaien en poten. Het fietspad buigt op het einde naar rechts af en daar is ook de ingang tot het Zuipdiepbos. Ik loop er net voor zonsopgang in en ben benieuwd hoe ik de Zon op zal zien komen. Als ik een stukje onderweg ben komt de Zon fel oranje te voorschijn, maar ik loop nog net achter een aantal bosjes en heb geen uitzicht op de Zon. Als ik wat versneld doorloop zie ik hem mooi opkomen. Ik zie hem opkomen op het punt waar de Oude Maas zich afsplitst naar de Dordse Kil. Er zijn nog weinig sporen te zien van een eventuele lente. Alleen de katjes van de wilgen verraden een aankomend voorjaar. Boven de rietvelden tussen het pad en de Oude Maas zie ik regelmatig een bruine kiekendief scheren. Op het einde van het pad staat een hek en op de paal ernaast hing altijd een bordje dat hier het Groot Koninkrijk begint. Het bordje is nu weg. Links van het hek staat een mooie oude Schietwilg. Ik loop nog een stukje over de dijk voorbij het hek en kom hier duidelijk in het gebied van de ganzen. Constant hoor ik het geluid van gakkende ganzen, vooral veel grauwe ganzen en een paar canadese ganzen, die meer een blaffend geluid maken. De grauwe ganzen vliegen regelmatig op, maken een rondje en landen dan weer. Op deze dijk vallen vooral de uitwerpselen me op. Veel van de ganzen, maar ook van konijnen of hazen en van schapen. De dijk ligt er vol van.
De Zon verandert het riet in een gouden veld van wuivende pluimen.
Ik loop weer terug, nu lekker voor de wind. Ik loop een stukje langs de knotwilgen, die hier langs een slootje staan. In een holle knotwilg zie ik bij toeval een metalen koffer liggen. Ik zie dat het van Geocaching is; een spel, waarin je opzoek moet naar dit koffertje. Ik bekijk even de inhoud en zie dat er ook een schriftje in zit om een aantekening te maken. Helaas ik heb geen pen bij me. Ik doe alles weer terug in het koffertje en leg het weer op de plek waar ik het gevonden heb.
Ik loop terug en let op de vogels, die ik zo allemaal zie. Het is een hele lijst:
Kievit, rietgors (deze blijft rustig doorzingen bovenin een rietpluim, terwijl de kiekendief over hem heen scheert), merels, winterkoning ( uitbundig zingend), roodborst, groenlingen (maken lange langgerekte nasale klanken), grote bonte specht (roffelt er lustig op los).
Zo kom ik na een paar uur weer terug bij mijn begin punt. Het is nog steeds koud, maar de molen staat er minder koud bij.
Bij het openen van deze pagina hoor je de vogelgeluiden uit het Zuiddipebos (winterkoning, rietgors en groenling). Druk op F5 en je hoort ze nogmaals.
Alles HIER over de koude maand maart.
Bekijk HIER de komeet Panstarrs.
Zo mooi als op de foto’s hier zag ik hem niet, maar door de verrekijker zag ik duidelijk de staart.
Op 13 juni 2010 was ik HIER ook