8 mei 2011 Moederdag - Oeverlanden aan het Hollands Diep
Na weken van droogte en heel veel zon lijkt er vanmorgen verandering in de lucht te zitten. Als ik om half zes ’s morgens uit het raam kijk zie ik ochtendrood. En zoals het spreekwoord zegt: “Ochtendrood, water in de sloot.” Zou het dan echt na al die weken gaan gebeuren. Je kan het je gewoon niet meer voorstellen. Vanmorgen ga ik er nog wel lekker op uit. Ik ga weer eens kijken bij de Oeverlanden langs het Hollands Diep bij Strijen Sas. Vorig jaar was ik daar ook al een keer en nu in een ander jaargetijde wil ik het nog eens zien. Onderweg er naar toe zie ik de Zon moeite hebben om door de wolken heen te komen. Maar dat zal wel goedkomen, want er is ook genoeg blauwe lucht te zien. Via de Oudendijk en de Buitendijk kom ik uit op de plek waar de wandeling begint. Ik loop het pad af dat naar het trekpontje voert. Links van het pad ligt een kudde Schotse Hooglanders en aan de rechterkant hoor ik veel rietzangers vanuit het riet hun lied doen. Op het punt waar het pad naar rechts ga zie ik wat vogels over het water vliegen. Met de verrekijker krijg ik ze goed in beeld en zie dat het oeverlopers zijn. Ik kom bij de plek waar je 72 uur vrij kan kamperen. Er wordt op dit moment geen gebruik van gemaakt. Ik neem het pontje naar de overkant. Vorige keer zagen we een ijsvogel over het water scheren. Nu helaas niet. Wel zie ik dat het trekpontje “Ijsvogel” heet. Dat kan ik me niet meer herinneren van de vorige keer. Ik stap het pontje af en zodra ik onder de bomen kom vallen er grote druppels op me en naast me. Komt de regen dan zo snel? Nee, dat is het niet. Ik wil toch graag weten waar het vandaan komt. Na even goed te kijken ben ik eruit: spuugluis. Aan de klodders spuug hangen druppels, die worden zwaar en vallen naar beneden. En als er een windvlaag door de bomen gaat vallen er ineens tientallen druppels naar beneden. Er moeten honderden spuugluizen in de bomen zitten. En ik vroeg me af: “Heten ze spuugluis omdat ze eruitzien als spuug, of omdat je constant ondergespuugd wordt.” Het is hier volgens het bordje een “laarzenpad”. Gewaarschuwd door de vorige keer had ik nu wel m’n laarzen aangedaan, maar nu had dat niet nodig geweest; het pad was overal kurkdroog. Ik let vanmorgen eens extra op of ik nog vreemde insecten of andere bijzondere beestjes zie. En als ik daar op let dan zie ik er heel wat. Op één blad zie ik een slakken gezin zitten: pa en ma en een klein baby slakje. De balsemien, die hier in augustus zo uitbundig bloeit is nu nog maar een paar decimeter hoog. De plant, die hier nu overal staat te bloeien is de gele lis. Langs het pad staan ook overal uitgebloeide paardenbloemen. Ook smeerwortelen boterbloem bloeien nu volop. Ik zie twee opvallende plantensoorten, die ik niet herken. Van de ene staat er maar één; een geel bloeiende plant van zo’n 60 cm hoog van de andere staan er langs het pad heel veel; een laag plantje met kleine blauwe bloemetjes. Ik kom uit bij de open plek en zie links in de beplanting heel veel ballonnen hangen. Daar wil ik wel wat meer van weten. Ik zie dat er een stuk of twintig naamkaartjes aanhangen. De ballonnen zijn 6 of 7 mei opgelaten in Charleroi in België en zijn met de harde zuiden wind van gisteren dus hier terecht gekomen. Ik neem de kaartjes mee ga die zeker terugsturen. Bij de openplek pauzeer ik even en loop dan hetzelfde pad weer terug. Op de terugweg valt het me op hoe ontzettend veel tuinfluiters ik hier hoor. Met de verrekijker krijg ik er één in de gaten en zie hem zeer uitbundig z’n lied zingen. Er zitten hier ook veel koolmezen en winterkoninkjes. Ik hoor ook regelmatig de koekoek. Als ik een eind verderop nog eens sta te turen naar de vogels zie ik uit m’n ooghoek iets bewegen. Ik kijk en kijk recht in de ogen van een hert of ree. Hij schrikt van mij, draait zich om en gaat er vandoor. Het was te kort om goed te zien wat ik nu precies zag. Maar ik vond dit wel bijzonder. Net voordat ik weer bij het trekpontje kom zie ik nog een staartmees en staat er een mooie koekoeksbloem te bloeien. Weer aan de overkant zie ik boven het watertje nog een paar tureluurs en in het riet een rietgors. Ik ga nog even bij de Schotse Hooglanders kijken en een stukje verder aan de dijk zie ik hoe een lammetje op deze Moederdag heerlijk in de zon tegen moeders aanligt. Dit waren een paar heerlijke uurtjes. En een fijn begin van deze dag. Het spreekwoord kwam trouwens deze dag niet uit. De twee onbekende planten, die ik deze morgen zag, zijn volgens “VROEGE VOGELS” de blaartrekkende boterbloem en beekpunge Ook moest“VROEGE VOGELS” uitkomst brengen bij al de insekten, die ik deze morgen zag. Ik zag o.a. Basterdweekschildkever,moeras- pendelzweefvlieg, ingesnoerde waterzweefvlieg, grote dansvlieg, langpootmug, roodkopvuurkever, zwart (of donker) soldaatje,schorpioenvlieg. (zie fotoverslag) Er zijn zo ontzettend veel verschillende soorten insecten en dan valt het niet mee om ze in een boek op te zoeken. Ze staan er niet allemaal in en je moet soms op kleine details letten. Als je dat als leek (zoals ik) niet doet haal je ze gemakkelijk doorelkaar. Tijdens het zoeken kwam ik op een hele mooie insectensite. Ik was HIER eerder op 14 -8-2010