Deze week las ik in de krant dat er op Jupiter een inslag is geweest van waarschijnlijk een flink ijsblok. Er is in het wolkendek van de planeet een beschadiging te zien zo groot als de aarde. Het is waarschijnlijk een week te zien en dan zal het wolkendek weer hersteld zijn.
Deze zondagmorgen ben ik dus vroeg op om dit door de sterrenkijker eens te bekijken. Het is mooi helder als ik tegen vijven met de sterrenkijker in de tuin sta. Jupiter staat te schitteren aan de zuidwestelijke hemel. Door de sterrenkijker ziet het er gelijk schitterend uit; aan de ene kant van de planeet staan twee manen een flink stukje van de planeet af. Aan de andere kant staan de andere twee manen vlakbij elkaar en ook heel dicht bij de planeet. Op de planeet zie ik wel de wolkenbanden, maar niet de beschadiging. Het kan zijn dat deze net aan de achterkant van de planeet is. Ik blijf een tijdje kijken en zie duidelijk beweging in de twee manen dicht bij de planeet. De ene beweegt naar de planeet toe en de andere van de planeet af. Om kwart voor zes zie ik dat het ene maantje de planeet gaat oversteken. Het is intussen te licht geworden om nog verder te kijken.
Het is een mooie morgen om een eindje te gaan fietsen.
Als ik vertrek is de zon nog niet op. Aan de oostelijke hemel zie ik de “morgenster” Venus aan de hemel schitteren.
Boven de sloten hangen flarden mist en als ik op de Mollekade fiets, onder de Blaaksedijk, zie ik de zon fel rood opkomen. Op het einde van de Mollekade ga ik rechts het fietspad op. Net voorbij het bruggetje zet ik m’n fiets neer en loop het paadje op dat net links van het bruggetje begint. Dit pad loopt naar de Oude Maas. Af en toe moet ik flink bukken, omdat er een afgebroken boom over het pad ligt. Heel veel vogelzang is er te horen. Vooral de tuinfluiter valt erg op. Z’n gezang doet aan het merelgezang denken, maar dan een paar versnellingen hoger. Zo hier en daar is er een afslag naar rechts, maar ik loop rechtdoor tot het einde en kan op het eind door de begroeiing heen op de Oude Maas kijken. Naar links gaat een paadje met veel wilgenroosjes en kaardenbollen. Zo hier en daar zit een verstijfde hommel tussen de naalden.
Ik loop naar m’n fiets en ga naar het bruggenhoofd van de voormalige Barendrechtse brug.
Ondanks dat het zondag is wordt er druk gevaren. Drie grote witte boten komen vanuit de richting Oud-Beijerland aan gevaren. Ze veroorzaken een flinke golfslag op de kant en verdwijnen in oostelijke richting.
Ik fiets verder en ga links de Buitengorzen op. Halverwege liggen enkele tientallen schapen rechts aan de dijk. Ik ben nog vrij ver van ze vandaan, maar toch staan ze allemaal tegelijk op en rennen een stukje van me vandaan. Ineens staan ze allemaal weer stil en doen allemaal tegelijk een plasje. Als ik even afstap voor wat foto’s hangt er een eigenaardige lucht.
Ik fiets door naar Kuipersveer. In een aardappelveld zie ik een aantal kneutjes zitten.
Ik zet m’n fiets neer waar het wandelpad naar de terp begint. Ik wandel naar de terp op de Blankert. Een mooi stukje natuur. Ik loop langs het verwilderde wilgenbosje. Het wordt aan z’n lot overgelaten en dat lijkt me een paradijs voor vogels en andere dieren. Ook hier voert de tuinfluiter het hoogste woord . Halverwege staan een aantal koeien, die ik moet passeren. Ze kijken er niet vreemd van op.
Boven het maïs en het graan scheren veel zwaluwen op jacht naar insecten.
Ik kom aan bij de terp en zie zeker 30 lepelaars een eindje verderop in de Blankert zitten. Ze schrikken op van wat ganzen, die over vliegen.
Ze gaan er vandoor en hun witte silhouetten steken mooi af tegen de blauwe lucht. Ik zie ze regelmatig neerstrijken en een tijdje later weer de lucht ingaan.
Het is een aantal jaren geleden dat ik hier voor het laatst geweest ben. Het is hard veranderd. Hoge populieren, die hier eerst stonden zijn er niet meer en er is op de terp nog een verhoging aangebracht. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht over heel de Blankert. Heel veel ganzen zijn hier te zien. Soms zie je en hoor je er geen één en dan opeens komen ze snaterend van alle kanten aanvliegen en lijkt het wel of ze allemaal op hetzelfde plekje willen landen.
Ik wandel weer terug richting Kuipersveer. In een wilg verraad een grote bonte specht zijn aanwezigheid door regelmatig op een dode tak te hakken. Ik krijg hem in de gaten en het is een mooi gezicht hem op die dode tak naar boven te zien klimmen. Bovenin blijft hij een tijdje zitten in de zon.
Een eindje verder trekt een vlinder mijn aandacht. Ik probeer hem goed op de foto te krijgen, maar hij is me regelmatig te snel af. Als ie even later wat langer in het gras blijft zitten lukt het me toch. Het blijkt een Argusvlinder te zijn. Ik had hem nooit eerder gezien. Het leek me leuk om deze voor het eerst te zien op het Argusvlinderpad tussen Putterhoek en Maasdam. Deze was zeker verdwaald.
Tot slot werd ik op dit pad nog verrast door een mol die m’n pad kruiste. Hij zat rustig in de zon, maar schrok van mij en ging er vandoor.
Een stukje voor Kuipersveer ga ik linksaf door een hekje en kom dan uit in het wilgenbos. Ik was hier vroeg in het voorjaar ook al eens.
Alles was toen nog vrij kaal. Nu is alles groen en bloeit er vooral de kattenstaart. Het is eigenlijk onherkenbaar. Ik had toen nog vrij uitzicht op een stukje vol met knotwilgen. Dat is nu volledig vol gegroeid. Het is wel drassig deze keer en op de laagste stukjes staat water en ik kom er niet doorheen zonder natte voeten te krijgen. Aan de stroming van het water zie ik wel dat het water weer aan het zakken is. Zo kom ik met flinke natte voeten weer uit bij Kuipersveer. Ik ga nog even bij de Oude Maas kijken en de eerste boot, die daar voorbij komt heet: “Morgenstern” Zo begon ik dit ritje met de morgenster en eindig ook weer met de morgenster.
Teruglopend schiet er een ijsvogel laag over het water langs me heen. Altijd weer een mooi gezicht. Ik eet nog even wat bramen, die hier ook groeien. Ze smaken goed.
Tot slot nog gekeken bij de Schotse Hooglanders. Ze lopen vlak bij de dijk en tot m’n verrassing staat er één in het water en eet lekker van het riet. Even later is de verrassing nog groter als ik twee jonge Hooglanders zie staan.
Het was vroeg op vanmorgen, maar heel erg de moeite waard.