Na een bijna zonloze Februari is het nu op deze eerste maart helder. Vanuit bed horen we de eerste vroege vogels al zingen. Ik heb zin om er op uit te trekken. Tegen zonsopgang vertrek ik op de fiets richting Kuipersveer. Er staat een fris oosten windje. Bij de grond heeft het zo aan het witte gras te zien nog net even gevroren. Net voordat ik Mijnsheerenland uit fiets hoor ik de grote bonte specht roffelen. In het oosten hangt een flinke wolkenband en ik denk dat ik de zon niet zal zien opkomen. Tot m’n verrassing zie ik hem toch al dicht bij de horizon door de wolkenband heenkomen. Even later verdwijnt hij er toch weer achter en dan duurt het even voordat ik de Zon weer te voorschijn ziet komen. Langs de struiken en bomen langs het recreatieoord hoor ik overal vogel gekwetter, vooral de mezen laten zich flink horen en zien. In de bomen aan de Rustenburgstraat bij Puttershoek hoor ik opnieuw het geroffel van de grote bonte specht. Ik zie hem ook zitten. Bij het Weegje ga ik naar beneden richting Kuipersveer. Ik zie de Schotse Hooglanders vanaf de weg lopen en ga even wat dichterbij ze kijken. Net door het hek gekomen ligt er een geraamte van een dier. Ik denk eerst dat ik een snavel van een vogel zie, maar zie ook tanden en kiezen. Zo te zien een knaagdier. Ik vraag thuis gekomen “Vroege Vogels” om raad. (Haas) De Schotse Hooglanders kijken wat onrustig om zich heen als ze mij zien aankomen. Ze poseren even voor een foto. Ik loop weer terug en fiets een stukje verder. Bij het bord “Wandelpaden Oude Maas” zet ik m’n fiets neer en ga verder te voet. Door een hek loop ik eerst richting de Oude Maas. Op dit pad ben ik nog nooit geweest. Op het eind van het pad staan een paar flinke bomen met daaronder flinke stenen, die helemaal bemost en nat zijn, dus ook erg glad. Er komt regelmatig een grote boot voorbij. Vanaf dit pad ga ik het oeverbos in. Het pad is blubberig, maar goed te lopen en er liggen diverse kleine bruggetjes. Overal om me heen hoor en zie ik mezen. Ik zie zelfs een staartmees. Na een tijdje kom ik uit bij een knotwilgenbosje. Er is flink geknot en de stammen zien helemaal groen van de mossen. Er is hier niet al te lang geleden nog gewerkt, want er liggen diverse hopen smeulende as. Ik loop nog een stuk verder tot ik eigenlijk geen pad meer zie. Ik heb geen idee waar ik nu ongeveer ben. Aan de overkant van de Oude Maas kijk ik uit op de camping. Ik loop het stuk weer terug en eet even een peertje bij één van de ashopen, waar toevallig een oude tuinstoel bij staat. Net voordat ik weer bij het pad kom passeer ik een mini strandje met een paar mooi schelpen. In de bomen langs het pad zie ik in één boom wel twintig groenlingen zitten. Ik ga hier zeker nog een keer naar toe wat later in het voorjaar. Het was nu al mooi, maar dan zal het zeker nog mooier zijn.