18 mei 2014 Gewoon 't lekkerst (Geertruida Agathapolder)

Het is heerlijk weer dit weekend; mooie temperaturen van ruim 20 °C en een strak blauwe lucht met in de ochtend wat nevels. Door die strak blauwe lucht lukte het gisterenavond om vier planeten aan de avondhemel te zien. Saturnus, Mars en Jupiter zijn al een tijdje aan de hemel te bewonderen, maar nu kwam ook de planeet Mercurius er nog bij.

Deze ochtend lekker vroeg opgestaan om lang van deze morgen te genieten. Voor zonsopgang vertrek ik met de fiets richting de plek waar vroeger de Barendrechtse Brug lag.

Er  hangen inderdaad wat nevels boven het land en als ik onderweg de zon op zie komen geeft dat een mooi plaatje. Ik fiets door de Mollekade en zie daar bijna op het einde een flat. Geen gewone flat, maar een kippenflat. Een eindje verderop staan wat schapen. Ze komen geïnteresseerd op me af en kan ze zo mooi op de foto zetten. De interesse is maar van korte duur, want even later lopen ze verderop alweer te grazen. Op het einde ga ik naar rechts het fietspad op. Nu ben ik daar nog alleen, maar ik weet zeker, dat op deze mooie dag er tientallen fietsers mij zullen volgen. Op sommige plekken lijkt het wel of het regent, maar dat kan niet uit een blauwe lucht. Het is spuugluis, dat z’n zware druppel slaat vallen. Op sommige plekken moeten er wel erg veel in de bomen zitten, omdat het fietspad eronder kletsnat is.  Ik ga richting het bruggenhoofd van de voormalige Barendrechtse Brug. De brug was nog in het nieuws van de week. In “Het Kompas” stond een artikel met foto’s over de slag bij de brug in de Tweede Wereldoorlog in mei 1940. Dat geeft dan wel even een apart gevoel om dan  nu op die plek te staan. Alles is  nu zo vredig hier en uit een bramenstruik klinkt zeer uitbundig vogelgezang.

Ik fiets een klein stukje terug en ga nu verder te voet. Er staat hier  een grote vrachtwagen geparkeerd uit Spanje. De chauffeur ligt in de cabine nog te slapen. Ik loop eerst de Buitengorzendijk op. Deze dijk heb ik al vele keren met auto, tractor of fiets bereden, maar heb hem nog nooit gelopen. Aan het begin rechts staan nu wat bedrijven, maar vroeger zat daar de vetfabriek. Dat kon zo stinken, dat we als kinderen al werkend op het land, watjes meenamen. Als de wind dan zo was dat we in de stank zaten, dan deden we de watjes in onze neus, zodat het beter uit te houden was.

Vanaf de dijk is goed te zien wat hier zoal geteeld wordt; aardappelen, mais, tarwe, spruiten en natuurlijk rabarber. Het is mooi wandelen nu; boven de sloot onderaan de dijk hangen nog mistflarden, het gras in de berm is nog vochtig en hangt vol met druppels, ik zie  mooie donkere klaprozen en op het einde een dampende berg hooi.

Ik kom uit bij Kuipersveer en wordt verwelkomd door de luid kakelende haan. Het gehucht ligt er schitterend bij in de ochtendzon. Ik ga kijken of ik de Schotse Hooglanders zie, maar zie ze nergens. Wel op het water veel Canadese ganzen met een hele vracht kleintjes achter ze aan. Als ik even bij de Oude Maas ga kijken, zie ik net een ijsvogel over het water scheren. Het was lang geleden, dat ik die schitterende vogel gezien had.

Ik loop de grienden in en kom op mijn pad een mooi slakje tegen; het lijkt wel of ie een doorzichtig huisje heeft en z’n voelsprieten zijn gevuld met groene vloeistof, dat heen en weer vloeit. Hoe ik ook probeer hem scherp op de foto te krijgen, ik krijg het vreemd genoeg niet voor elkaar.

Doordat alles hier erg begroeid is loop ik het pad voorbij, waar ik heen had gewild. Het is even speuren, maar dan zie ik toch de afslag. Ook hier vallen steeds druppels naar beneden van de spuugluis.

Ik kom weer uit de grienden en vervolg m’n weg richting de Blankert. Ik passeer hier veel oude en soms dode wilgen met veel ronde spechtengaten erin. Ik verwacht ook eigenlijk wel het roffelen van de specht, maar krijg het vanmorgen niet te horen. Wel zie ik in een boom een zwartkop zitten, die z’n heldere lied laat horen. Een eindje verderop zie ik wat koeien staan, waar ik langs moet. De koeien hebben mij ook al snel in de gaten en worden wat onrustig, maar ik kan ze zonder problemen passeren. Wat ik niet gezien heb, is dat er recht voor mij nog een koe ligt, die bijna onzichtbaar in het hoge gras verscholen is.  Hij schrikt van mij, ik van hem. Na elkaar even te hebben aangekeken, maakt hij toch plaats voor me en kan ik door. In het gras ligt ook nog een fazant te slapen. Ik ga bijna op hem staan, hij schrikt wakker en gaat er met veel kabaal van door en mijn hart klopt ineens een stuk sneller.

Ik kom bij de verhoging op de Blankert en heb mooi uitzicht over de polder. Heerlijk om hier te staan en uit te kijken over het land en te luisteren naar de vele vogelgeluiden. De wilg, die in de winter zo dood leek, is toch uitgelopen. Alleen de dikke tak, die naar links wijst, is wel dood.

Ik ga weer richting de fiets en op het pad huppelt eerst een haas voor me uit en even later een konijn. Op een oude boomstronk zit een spin lekker te zonnen en op de paaltjes, die ik tegenkom, zit regelmatig een vogel. Ik kom weer bij m’n fiets en zie op de grond een stuk karton liggen. Als ik het omdraai lees ik de tekst: “Gewoon ’t lekkerst”. Dat is nou precies wat het vanmorgen was. Gewoon dicht bij huis en erg genieten.

De vrachtwagenchauffeur is intussen ontwaakt en  loopt met z’n flinke blote buik rond z’n vrachtwagen. Na mijn “good morning” volgt met een donkere zware stem: “bonnes dias”. En dat is helemaal waar.



Beluister HIER alle vogelgeluiden van vanmorgen.


Lees HIER het krantenbericht  en bekijk de foto’s over de slag bij de brug in 1940.


Ik was hier eerder op 11 december 2013,  8 januari 2012, 18 april 2010, 26 juli 2009, 1 maart 2009


Zo buiten zijn de eerste uren van de dag en genietend van de lente lucht, dan voelt het leven goed. Maar wie zongen daar ook alweer over: