Het is zondagmorgen en een mooie zondagmorgen. Het is helder en ik ga een stukje fietsen. Eerst door het park van Mijnsheerenland. De Maan staat nog bijna vol in het zuid-westen. Ik fiets door Westmaas richting de Munnikendijk. Over de weilanden en akkers ligt een deken van mist. De koeien en schapen verdwijnen er helemaal in. Ik zie, daar waar de Zon opkomt, een felle oranje gloed. Als ik de Ritselaarsdijk op fiets komt de Zon op en laat z’n eerste stralen schijnen over die deken van mist. Het lijkt wel een poollandschap.
Rechts van de dijk vliegt een zwaan zich warm: hij cirkelt een aantal rondjes en verdwijnt dan in de mist. Ik fiets de Groeneweg in en neem halverwege het pad naar links. De Zon staat een eindje boven de mist. In die mist lopen schapen en koeien. Hun kop komt nu net boven de mist uit.
Een reiger en wat eenden vliegen angstig weg uit een sloot als ik in de buurt kom. Een aantal zwanen blijft rustig in de sloot.
Ik fiets richting de Keizersdijk. Onderweg kom ik de eerste auto’s tegen, die alweer richting de kartbaan gaan. Op de Keizersdijk ga ik links af de Zuiddijk op. Op deze dijk fietsend heb ik links uitzicht op een stukje mooi Hoeksewaard: oude weilanden met een verwilderd stukje natuur ertussen. Op de driesprong Zuiddijk-Zwanegatsedijk-Ritselaarsdijk neem ik de laatste dijk. De appeltjes van groen tot rood hangen te blinken in de Zon. Als ik op de Munnukenweg fiets heb ik rechts mooi uitzicht op Mijnsheerenland. De bomen daar verkrijgen langzaam hun herfstkleuren. Sommige bomen zijn al veel verder in hun herfsttooi dan de andere bomen.