Het is helder en het heeft wat gevroren. Ver voor zonsopgang vertrek ik met de fiets voor een mooi tochtje. Buiten ziet alles er nog rustig uit. Ik fiets door het park van Mijnsheerenland en af en toe vliegt er een merel laag over de grond weg met een krijsend geluid. Er staat een klein afnemend maantje aan de lucht. Ik fiets via Westmaas naar de Munnikendijk en zo de Ritselaarsdijk op. In de weilanden daar zitten watbrandganzen. De weilanden zien wat wit van de rijp. Ik rij de Groeneweg in en zie halverwege een pad naar links. Ik heb toch al vaak over deze weg gefietst of geskeelerd, maar dit pad is me nooit opgevallen. Ik fiets het pad op en rij wat door de bevroren plassen en hoor het ijs breken. Op het eind van het pad is een hek met daarachter weilanden. Er loopt een brede sloot langs dit pad. In de sloot zwemmen wat eenden, deze vliegen op zodra ik over het hek klim en dat opvliegen heeft een boemerang effect: er vliegen honderden ganzen op van de weilanden. Ze maken veel kabaal en strijken na een tijdje weer neer. Ik loop een eindje het weiland in. Het is rond zonsopgang, maar omdat er een lichte wolkenband aan de horizon hangt zie ik de Zon niet opkomen. Als ik terug loop vliegen er acht zwanen over me heen. Terug gekomen bij de Groeneweg komt de Zon te voorschijn uit de wolkenband. Het ziet er nu sprookjesachtig uit: een beetje nevelig en witte velden. Dit was een mooi, fris begin van de dag.