2 augustus 2015 Rond het westelijkste puntje van de Hoeksche Waard

In 2012 was ik een aantal keren in de Korendijkse Slikken. Een schitterend gebied in het westen van de Hoeksche Waard. Het lukte mij toen niet om het westelijkste puntje van de Hoeksche Waard te bereiken.  Dit kwam toen vooral, omdat het trekpontje dat me daar moest brengen uit de vaart was genomen. Het trekpontje  komt waarschijnlijk niet meer terug en dus kan er lopend niet meer gekomen worden. Ik had al een tijdje het idee om dan met de kano het puntje van de Hoeksche Waard te bereiken.  Vanmorgen lijkt het de perfecte ochtend om dit te gaan doen.  Het is windstil, de zon schijnt en ik heb zin om een stuk te kanoën. De Korendijkse Slikken mogen bezocht worden tussen 1 juli en 1 december en dan tussen zonsopgang en zonsondergang.  De zon komt vandaag net na 6.00 uur op en ik zorg dat ik dan aan de Westdijk achter Goudswaard ben.  Met de opblaasbare kano en pomp in een tas loopt ik langs het watertje naar achteren. De koeien, die hiernaast in de wei staan begroeten me luid loeiend en tientallen ganzen gaan met veel kabaal de lucht in. Als ik achter bij de twee bekende watermolentjes kom, zie ik de zon in het noord  oosten opkomen en de maan is in het zuid westen  aan het ondergaan.  Ik ga over het bruggetje en ga rechts het pad omhoog en een stukje verder weer naar beneden. Langs dit pad staat het vol met bloeiend heemst. Langs dit pad zie ik een mooi plekje om het water in te gaan. Ik pomp de boot op en laat hem te water.  Nadat ik zelf ingestapt ben kan de tocht beginnen.  Ik peddel de inham uit en zie de zon laag boven het water staan. Ik blijf dicht onder de kant, daar is het windstil en is het water rimpelloos. Ik moet niet te dicht bij de kant varen, omdat ik dan op de rotsblokken kom, die net onder het wateroppervlak liggen. Het water is kraakhelder en het is heerlijk om zo rustig door het water te kanoën. Ik passeer een paar “eilandjes” van waterplanten  en passeer na een tijdje de ingang van de kreek. Deze hoop ik op de terugweg in te varen. Ik heb steeds uitzicht op drie zeilboten, die hier voor anker zijn gegaan. Er is nog geen beweging op de boten te bespeuren.

De kant is overal begroeit met paarse kattenstaart en geel sint Jacobskruid, een mooie combinatie. Ik passer een groot bord met daarop de tekst “Korendijkse Slikken”. Regelmatig zit er een blauwe reiger aan de waterkant, maar zodra ik dichterbij kom vliegt  ie weer een stukje verder. Ook zie ik een keer een grote zilverreiger en een keer een hele grote roofvogel. Hij is te ver weg om goed te kunnen zien, maar er komen zeearenden voor in deze streek, dus wie weet. Ik ben intussen bij het westelijkste puntje van de Hoeksche Waard aangekomen.  Dit laatste stukje is eigenlijk een Kom waar ik omheen vaar. De Kom is gemaakt van rotsblokken, die begroeid zijn met bomen en struiken.  Ik vaar om de Kom heen en zie dat ik op het einde de Kom in kan. Het waait hier wel wat harder en dat geeft wat golfjes. Als ik de Kom in wil roeien, ontdek ik dat er een flinke stroming is de Kom in. Ik heb moeite om niet op de rotsblokken te komen. Met moeite kom ik weer uit de Kom en heb helaas geen tijd gehad om een stuk of twintig zilverreigers op de foto te zetten, die net opvliegen. Aan deze kant zie ik in de verte Tien Gemeten liggen en aan de overkant Stad aan het Haringvliet. Het water is hier trouwens ontzettend breed, zeker richting het westen lijken de oevers eindeloos ver weg.

Ik peddel weer terug naar het rustige water aan de andere kant. Op het einde van de Kom is een inham. Ik wil daar eens een stukje invaren.  Ik zie net een ijsvogel laag over het water vliegen en kan hem een aantal seconden volgen. Schitterend om die turquoise rug in de zon over het water te zien scheren. Hij vliegt een boom in en verdwijnt dan uit mijn gezichtsveld.  Het is lastig varen, omdat het hier erg ondiep is. De onderkant van de boot schuurt regelmatig over de zanderige bodem. Met moeite weet ik de kant onder een dikke wilg te bereiken. Hier is een mini strandje, waar ik even de kano uit kan gaan. Even de benen strekken is wel lekker. Door de hoge begroeiing loop ik richting het puntje, waar vandaan ik goed uitzicht heb over de binnenkant van de Kom. Weer terug bij de kano zie ik nog een mooi torretje zitten. Ik kano de inham weer uit en regelmatig schieten er grote karpers net voor de kano weg.  Ik peddel richting de ingang van de kreek. Ik zie dat de mensen op de zeilboten zijn ontwaakt. De één drinkt een bak koffie en een ander schrobt het dek.

Ik  hoop via de kreek weer bij mijn beginpunt uit te kunnen komen. Het begin is hoopgevend; mooi breed diep water. Ik kom langs een gezonken bootje en passeer de plek waar het trekpontje lag. Ik ben waarschijnlijk in 2012 de laatste geweest, die zich naar de overkant getrokken heeft. Na een flinke bocht kom ik uit ter hoogte van  de vogeluitkijkhut.  Ik zie van deze nog een paar staanders overeind staan. De rest van het hout ligt op een grote hoop.  Ik kom bij een splitsing en twijfel welke kreek ik zou nemen. Ik stap even uit om te kijken waar ik me ongeveer bevind. Oei, dat is nog behoorlijk uit de richting zo te zien. Ik besluit de breedste kreek te volgen, maar deze wordt na een tijdje smaller en ondieper en loopt uiteindelijk dood. Ik peddel weer terug. De oevers zijn ook hier begroeit met kattenstaart en jacobskruiskruid en het staat hier ook vol met watermunt en die geur van munt hangt hier ook overal over het water. Ik kom weer bij de splitsing, maar als ik de andere kreek in vaar, merk ik al gauw dat ik hier ook niet ver kom; het is hier te ondiep en kom bijna niet vooruit. Er zit niks anders op om terug te varen naar het open water.  Daar weer aangekomen zie ik dat er twee andere boten zijn aangekomen en in de verte zie ik op het spui een grote zeilboot aankomen. Ik peddel genietend van de rust en het uitzicht weer terug naar het beginpunt van deze morgen.

Ik laat de boot leeglopen, vouw hem op en kijk nog een keer uit over het weidse water en loop langs het bloeiende heemst weer terug richting de uitgang.



Ik was eerder in de Korendijkse Slikken op:


12 augustus 2012


8 september 2012


11 november 2012


Achteraf zag ik dat dit mijn 100ste tochtje was.  Later in de week werd ik thuis verrast door een echte “100 tochtjes kwarktaart”


Het was volop genieten vanmorgen: van de kwetterende vogels, het rustige heldere water, de warmte van de zon, de  bloeiende en geurende oevers, de mooie kleurrijke vlucht van de ijsvogel en het uitzicht over het weidse water. Met recht een hele mooie ochtend.

Wie zongen er ook alweer over zo’n mooie ochtend?